Themaverhaal Onzekerheid

Dansen op een vulkaan

09-06-2025
10 min
Delen

Het leven in een zorginstelling draait vaak om rust en reinheid. Dat is immers het beste voor een snel herstel. Maar in de directiekamers van diezelfde instellingen is de rust ver te zoeken. Politieke besluiten worden in rap tempo op tafel gelegd en er weer vanaf gehaald. En nieuwe akkoorden worden met veel vertoon afgesloten, maar matigjes geïmplementeerd. Een moeilijke situatie om een langetermijnstrategie in te ontwikkelen. Hoe behouden zorginstellingen de controle over hun eigen toekomst?

De zorg moet betaalbaarder worden. Het is een uitspraak die elke verkiezingsperiode weer kan rekenen op instemmend geknik en aanmoedigend applaus vanaf de publieke tribune. En terecht, want wie wil dat nou niet? Maar in werkelijkheid zijn de aangedragen oplossingen vanuit de politiek zelden doortastend en vaak moeilijk te implementeren. Meewaaien met de politieke wind maakt je organisatie kwetsbaar. De algemene tendens lijkt: ons zorgsysteem zit muurvast.

Dus hoe houd je grip op de toekomst? Onze gesprekspartners zien twee oplossingen: een duidelijke organisatiestrategie gericht op efficiëntie en flexibiliteit, en het automatiseren en schaalbaar maken van digitale hulpmiddelen.

Grip door strategie

Een flexibele visie waar je jaren aan vast kunt houden, maar waarin je wel kunt reageren op plotselinge politieke beslissingen, dat is waar veel bedrijven op inzetten om grip te houden in de politieke wirwar van de zorg

Digitale zorg

Elke zorginstelling is er druk mee bezig: welke digitale toepassingen kunnen ons helpen de druk te verlichten? Niet alles is al direct praktisch toepasbaar, maar er worden consistent en vol enthousiasme stappen gezet.

Grip door strategie

Hanneke van der Westen, interim zorgverkoper

‘Zorg voor structurele bekostiging’

‘We hebben hiervoor veel contact met WLZ en zorgverzekeraars, maar ook met gemeenten voor bekostiging onder de WMO. Alle gemeenten hebben hierin een andere manier van financiering, met eigen voorwaarden en eigen afspraken over verantwoording. En elke stelselwijziging vanuit de overheid is ingewikkeld. Het duurt jaren om iets te implementeren en als het dan niet perfect werkt, duurt het ook weer jaren om een aanpassing door te voeren. In de praktijk hebben vooral de consultancybureaus hier veel werk aan. Dan denk ik: kunnen we dat gemeenschapsgeld niet beter inzetten? De zorg kan niet wachten op die lange processen. Daarom denk ik dat er meer vertrouwen en samenwerking nodig is. En dat, zeker op de korte termijn, oplossingen voor de uitdagingen in de zorg vooral vanuit de zorginstellingen zelf moeten komen.’

Roger Ruijters, Envida

‘Nieuwe oplossingen niet laten sterven in schoonheid’

‘Er is echte verandering nodig in onze sector. Die zie ik nog niet. Helaas, zeg ik erbij. Er waren de afgelopen jaren een aantal interessante ontwikkelingen, zoals een andere bekostiging van wijkverpleging op basis van zorgprofielen. Maar door politieke druk ging dat ook niet door. De financiers en verzekeraars moeten in mijn ogen daarbij optreden als marktmeester. Maar het gebeurt niet, omdat ze het allemaal een te groot risico vinden om hun nek uit te steken.’

‘Een goed voorbeeld vind ik het Bernhoven Ziekenhuis. Daar werkten ze echt innovatief, op basis van een lumpsumfinanciering, waardoor ze beloond werden voor minder productie. En het dus in ieders belang is om mensen zo snel mogelijk beter te maken. Precies hoe je het hebben wil. Maar financieel zakten ze door het ijs. Omdat het systeem ervoor zorgt dat er juist meer geld het ziekenhuis binnenkomt als ze meer behandelen. Het was bekend dat zo’n nieuwe aanpak tijd nodig had om ook financieel te floreren, maar toch werden geldschieters nerveus. Het is een goed voorbeeld van een systeem dat onlangs goede oplossingen, maar moeilijk verandert.’

Martijn Schuurman, GGzE

‘Het maatschappelijk bewustzijn moet omhoog’

‘Wij zijn medeondertekenaar van het IZA, dus domeinoverstijgend, netwerkgericht samenwerken is voor ons heel belangrijk. Daarom startten wij onder andere wijkgerichte initiatieven met gecentraliseerde posten, waar meerdere zorgdisciplines samenkomen. Heel goed voor netwerkgericht samenwerken. Maar het brengt – zoals veel veranderingen – ook onrust met zich mee. Productieverlies omdat je op een nieuwe manier moet leren werken, uitstroom omdat mensen bijvoorbeeld een andere werkplek krijgen. Zeker de specialisten in een ggz-instelling hebben veel keuze op de arbeidsmarkt, dus ze gaan wat sneller bij de buren kijken.’

‘Maar de wachtlijsten stijgen. Dus we moeten iets proberen. We richten ons op preventie, met de hele zorgketen in de nabije omgeving. Zo proberen we te voorkomen dat iemand naar een ziekenhuis of ggz-instelling moet, door eerder het netwerk rond een cliënt in te zetten, samen met huisartsen en mensen uit het sociaal domein. We kunnen het huidige systeem wel in stand houden, maar dan verdubbelt straks de zorgpremie. Daar mag de maatschappij zich wel iets bewuster van zijn. Want waar de maatschappij belang aan hecht, heeft invloed op de keuzes van onze politici.

Digitale dromen

Peter van der Meer, HagaZiekenhuis

‘Digitale en sociale verpleegkundigen opleiden’

‘Als je financieel niet meer te besteden hebt, moet je op een andere manier zorg verlenen. Daar weten we bij het HagaZiekenhuis alles van. Digitalisering is voor ons daarom heel interessant. In een ziekenhuis kun je veel digitaliseren. Het hele proces van in- en uitchecken bijvoorbeeld, maar ook het bijhouden van ziektebeelden. Allemaal via je telefoon. Daarbij vraag ik me wel af of we zorg soms niet té beschikbaar maken. Als we voor alles een medische oplossing zoeken, wordt de zorg alsnog duurder. Het is in mijn optiek belangrijk dat we digitalisering in eerste instantie inzetten voor preventie.’

‘Bij het HagaZiekenhuis zien we veel kansen in digitalisering. Maar we weten ook: het is een product. Het neemt de menselijke taak niet over. Sterker nog, die wordt alleen maar belangrijker. Mensen op hun gemak stellen, een beetje aandacht en medeleven … kerntaken voor zorgverleners. Ik denk dat we in de toekomst bij het opleiden van zorgpersoneel ruimte moeten bieden voor beide kanten. Als een doorontwikkeling van de functiedifferentiatie die we op de verpleegafdeling al kennen. Een functie voor verplegers die beter zijn in de sociale kant en een functie voor zij die beter zijn in het toepassen van digitale tools. Samen kun je dan een hele krachtige zorgafdeling creëren.’

Ingeborg Roks, TanteLouise

‘Liever stimuleren dan opdragen’

‘Bij tanteLouise kijken wij naar de uitdagingen in ons werkproces en stellen onszelf op basis daarvan de vraag: “Welke technologie kan ons hierbij helpen?” Soms gaat zo’n ontwikkeling vrij snel, en soms moeten technologische oplossingen nog een tijdje geperfectioneerd worden. Omdat het nog onvoldoende effect heeft in de praktijk of omdat het nog moeilijk is op te schalen naar onze hele organisatie.’

‘Technologie is daarbij natuurlijk maar één kant van het verhaal. Onze mensen moeten er ook mee leren werken. Door bijvoorbeeld werkplaatsen te organiseren en gesprekken te stimuleren waarin men ervaringen deelt, hopen we dat een nieuwe toepassing toch breed opgepakt wordt. Dit werkt in onze ogen beter dan dat we mensen gaan opdragen iets te gebruiken. Onze medewerkers moeten er ook echt zelf in geloven en het nut ervan inzien.’

Arthur Kolks, Amphia Ziekenhuis

‘Het is nog niet perfect, maar een stap in de goede richting’

‘Wij kijken actief naar robotisering binnen onze afdeling hospitality. Het zou een deel van de oplossing kunnen zijn voor de personeelskrapte en ons ouderwordende personeel. Maar dit zit nog wel echt de ontdekkingsfase. Zo kijken we nu bijvoorbeeld naar een schrobzuigrobot om ons schoonmaakpersoneel te ondersteunen. Of een robot die het eten rond kan brengen voor onze voedingsmedewerkers. Het is zoeken naar de juiste implementatie, want alles moet wel goed met elkaar communiceren en voldoende bijdragen aan onze processen. En ik moet het natuurlijk ook intern kunnen verantwoorden, want die machines zijn niet goedkoop. Maar ik geloof erin dat robotisering op den duur kan bijdragen aan het draaiend houden van ons ziekenhuis.’

‘Voor de afdeling patiëntenvoeding gebruiken we inmiddels steeds meer technologie. Zo hebben we iPads aan bed waarmee patiënten zelf hun eten kunnen bestellen. Daar zit een systeem achter dat ook direct registreert hoeveel voedingsstoffen onze maaltijden bevatten, omdat bijvoorbeeld eiwitten heel belangrijk zijn voor het herstel. Het systeem is nog niet perfect – zo kan er een verschil zijn tussen de inname en het eten dat je besteld – en je merkt dat patiënten het over het algemeen echt nog niet gewend zijn om hun eigen eten te bestellen, als ze hiertoe al in staat zijn. Maar het is een stap in de goede richting.’

Joris van den Berg, Maasstad Ziekenhuis

‘Maak het aan de voorkant zo makkelijk mogelijk’

‘Wij zijn bij het Maasstad Ziekenhuis ook druk bezig met digitalisering. Robotisering is daarin vaak nog wel een stap te ver. Wij proberen op dit moment eerst zoveel mogelijk processen te automatiseren. Denk aan een track-and-tracemodule voor bijvoorbeeld rolstoelen of infuuspalen. Superhandig, want je bent nooit meer iets kwijt. Maar je zult wel eerst alles in een systeem moeten invoeren en zorgen dat het allemaal goed werkt. Vervolgens moeten we de berichtgeving en communicatie automatiseren. Mijn filosofie is: maak het aan de voorkant zo makkelijk mogelijk. In plaats van duizend verpleegkundigen te leren hoe ze met een bepaald systeem om moeten gaan, kunnen we het beter implementeren binnen hun huidige werkwijze. Zo willen we bijvoorbeeld automatisch een bericht sturen naar onze schoonmakers als er een kamer klaar is om schoongemaakt te worden. Dat gaat op dezelfde manier als ze gewend zijn, maar dan geautomatiseerd. Soms betekent zo’n automatiseringsslag meer werk aan de achterkant, in de softwareontwikkeling. Dat voelt dan als een hele lange aanloop voor je een verandering uitrolt. Maar het zorgt ervoor dat het hele proces, dus inclusief implementatie, uiteindelijk sneller en beter verloopt.’

‘Het is daarbij een uitdaging dat veel softwaresystemen die dit mogelijk maken nog niet altijd goed werken voor een ziekenhuis. Wij gebruiken voor veel toepassingen bijvoorbeeld het servicemanagementsysteem TOPdesk, maar zij hebben geen modules voor voorraadbeheer. In gesprekken met de ontwikkelaars merk je dat voor grotere softwarepartijen de Nederlandse zorgsector een vrij kleine afzetmarkt is. Dus is het ingewikkeld om aan echt gepersonaliseerde systemen te komen. En die heb je wel nodig. Toch blijven wij puzzelen om de achterkant van ons digitale systeem op orde te krijgen, met als voorwaarde dat alles aan de voorkant voor onze werknemers intuïtief en betrouwbaar toe te passen is.’

Conclusie

Hoe behoudt de zorg grip op haar eigen toekomst? Door niet te wachten, maar zelf aan de slag te gaan. Of dit nu draait om het introduceren van nieuwe zorgmodellen (met alle financiële hobbels die daarbij horen) of digitale oplossingen die de zorg efficiënter, sneller en automatischer maken. Deze verandering hoeft de zorg overigens niet alleen te dragen. Juist door de samenwerking op te zoeken met bijvoorbeeld externe partners — zoals Vebego Zorgservice — ontstaan er kansen om slimmer te zorgen en de druk op zorgpersoneel te verlichten.

De grootste valkuil volgens onze gesprekspartners: snelheid en effectiviteit loont nog niet binnen ons huidige systeem. Maar de urgentie groeit. En als de druk toeneemt, zullen veranderingen afgedwongen worden. Dan kun je maar beter vandaag beginnen met het aangrijpen van oplossingen.