Themaverhaal samenwerken

De zorg aan het infuus

09-06-2025
10 min
Delen

Willen we in de toekomst goede zorg blijven bieden, dan moeten we de zorg betaalbaar houden. Daarom zijn zorginstellingen druk bezig nieuwe inkomstenstromen te vinden of juist kosten te besparen. Het succes varieert. Ondanks mooie plannen is de werkelijkheid weerbarstig en blijven financiers en verzekeraars conservatief. Nieuwe samenwerkingen binnen en buiten de muren van de zorginstelling bieden hoop. Op welke manier slaan onze gesprekspartners de handen ineen?

De introductie van het IZA was een duidelijk signaal: samen optrekken voor een gezonde zorg is het advies aan publieke en private zorgorganisaties, met als doel om met het hele sociale domein aan problemen in de zorg te werken. Een prachtige visie. Maar waarom is het dan zo moeilijk om hier een goede financiële bekostiging achter te hangen? En hoe werken organisaties samen om oplossingen van de theorie naar de praktijk te brengen?

Onze gesprekspartners praten over de ingewikkelde financieringsconstructie binnen de zorg en over mogelijke oplossingen in nieuwe samenwerkingen.

Geld verdienen met goede zorg

Ingeborg Roks, tanteLouise

‘Succes levert niet altijd geld op’

‘Een belangrijke pijler in de langetermijnvisie van tanteLouise is ons nieuwste zorgconcept: VanThuisUit. Binnen deze aanpak stimuleren we zelfstandig wonende ouderen om langer zelfredzaam te blijven. Het is een visie waar wij sterk in geloven. En de eerste onderzoeksresultaten tonen aan dat dat niet voor niets is. Deelnemers blijven vitaler, krijgen meer zelfvertrouwen en minstens zo belangrijk: de eventuele overgang naar het verpleeghuis wordt met minimaal een jaar uitgesteld. Bovendien is het ook financieel slimmer: deze vorm van zorg is goedkoper dan verpleeghuiszorg én vaak zelfs voordeliger dan uitgebreide thuiszorg. Een prachtig resultaat dus. Al betekent het voor ons ook iets geks: uitstel van opname in het verpleeghuis levert ons als ouderenzorgorganisatie geen inkomsten op. In zekere zin zijn we dus onze eigen concurrent.’

‘Nog een voorbeeld: bij tanteLouise maken wij gebruik van een heupairbag. Daarmee voorkomen we dat ouderen die vallen hun heup breken. Een heel mooi product. Maar de kosten van de heupairbags zijn voor ons, terwijl de financiële opbrengsten bij een val bij het ziekenhuis liggen. Als tanteLouise krijgen we dus geen geld voor het voorkomen van fysiek leed, maar een ziekenhuis krijgt wel geld als een opname nodig is. Dat is krom, dat moeten we met elkaar beter regelen.’

40-60% van de tijd zijn zorgverleners gemiddeld kwijt aan ‘randzaken’

van alle Nederlanders heeft één of meerdere chronische aandoeningen. Dat zijn 10 miljoen mensen.

Roger Ruijters, Envida

‘De supermarkt van de zorg’

‘De zorg moet wat ons betreft radicaal anders. In plaats van te wachten tot het systeem verandert, hebben wij zelf een oplossing verankerd in onze visie: het creëren van een systeemorganisatie.

‘Een systeemorganisatie moet je een beetje zien als de Albert Heijn van de zorg. Je kunt er bijna alles krijgen. Maar als je wil, kun je ook naar de delicatessenwinkel. Daar betaal je wel meer. Dan zul je zien dat 90% van de mensen naar de supermarkt gaat en 10% naar de delicatessenwinkel. In de zorg is dat ook zo.’

‘Ons team is breder dan alleen zorgprofessionals. Denk aan sociaal werkers en schoonmaakhulp, bijvoorbeeld. Eigenlijk maar 40% van de taken die wij als zorg definiëren kan alleen gedaan worden door een zorgprofessional. 60% van de taken kun je met ander type zorg doen. Door andere hulpverleners. Bijvoorbeeld: veel zorgvragen die wij krijgen zijn eigenlijk welzijnsvragen. Zoals een schreeuw om aandacht vanwege eenzaamheid. Dat moet je heel serieus nemen, maar daar heb je niet per se een medisch zorgverlener voor nodig.’

40-60% van de tijd zijn zorgverleners gemiddeld kwijt aan ‘randzaken’

van de taken kun je met ander type zorg doen. Door andere hulpverleners.

‘Onze systeemorganisatie is zo ingericht dat we betaald krijgen per oplossing. Terwijl verzekeraars gewend zijn zorgtaken te kwantificeren en per uur te betalen. Voor onze werkwijze geldt: hoe beter de oplossing, hoe beter ons verdienmodel. Het stimuleert dus innovatie. Uiteindelijk heb ik de verzekeraars kunnen overtuigen van deze visie, maar het heeft veel voeten in de aarde gehad. Zo kregen wij geld om 3 keer per dag bij iemand langs te gaan, om medicatie toe te dienen. Toen we daar eenmaal een slimme oplossing voor bedachten en minder langs hoefden te komen, bleek dat we dan ook minder betaald zouden krijgen. Dat is natuurlijk niet logisch. Daarom moeten we in mijn ogen af van dat uurtje-factuurtje-systeem waar we in zitten.’

‘Als ik nu kijk naar het resultaat van de organisatie, dan werkt onze methode. Wij zijn koploper in deze nieuwe verdienmodellen en tonen aan dat het echt kan werken. Onze financiers zeggen ook: jullie zijn voor ons een voorbeeld. Ze verwijzen collega’s naar ons om te laten zien hoe wij het doen, en dat het ook anders kan. Dat er desondanks weinig bedrijven en financiers volgen, toont aan dat de zorg heel conservatief is. Het is makkelijker om te blijven doen wat je al deed, zeker als het geld nog binnenkomt. Ooit zal het systeem echter om moeten en dan zijn wij er klaar voor.’

Nieuwe samenwerkingen

Martijn Schuurman, GGzE

‘Als één partij aan tafel zitten’

‘Het IZA draait voor een groot deel om samenwerken. Van elkaar leren. In verschillende samenwerkingsvormen zijn wij hier met GGzE ook nadrukkelijk mee bezig. Met verschillende geestelijke gezondheidsorganisaties van ongeveer dezelfde omvang – zodat we ook onze uitdagingen praktisch goed kunnen vergelijken – komen we regelmatig bij elkaar onder de vlag van het samenwerkingsverband Volante. Om te leren van elkaar en samen nieuwe oplossingen te ontwikkelen en resultaten te verbeteren.’

‘Een ander doel van deze samenwerking is dat je als één partij naar buiten treedt, als gesprekspartner voor de financiering of als deelnemer aan landelijke gesprekken. De afgelopen jaren leerden we elkaar beter kennen en we weten nu met welke uitdagingen we allemaal te maken hebben. Met als doel dat we samen duidelijke prioriteiten stellen en betekenisvolle uitkomsten creëren.’

‘Ondanks dat het lang duurt voordat we over echte acties gaan praten, ben ik positief over deze ontwikkelingen. Ik weet dat we veel slimme mensen hebben in Nederland en dat er hier heel veel kan. Maar het blijft een heel reëel scenario dat goede zorg, binnen ons huidige systeem, niet gegarandeerd blijft. Daar maak ik me zorgen over. Er is simpelweg te veel vraag naar zorg en het systeem verandert niet snel genoeg. Ik hoop dat dit wel gebeurt zodra de urgentie toeneemt. Wanneer het gevoel groeit dat we echt moeten. Ik denk dat we daar wel op afstevenen, en misschien is dat helemaal niet erg.’

Joris van den Berg, Maasstad Ziekenhuis

‘Betere zorg en uitdagender werk’

‘Om onze uitgaven en capaciteit te managen, zijn wij samen met Vebego Zorgservice het initiatief ‘Ontzorg de zorg’ gestart. Dit is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inmiddels uitgeroepen tot één van de beste oplossingen voor het personeelstekort in de zorg. Binnen dit systeem nemen schoonmaakwerknemers veel werk uit handen van verzorgend personeel, zoals het opmaken en verschonen van bedden en het aanvullen van prik- en verbandkarren. Dit zorgde voor een nieuwe functie in ons ziekenhuis: de servicemedewerker.’

‘Het resultaat mag er zijn: meer tijd voor patiëntcontact, een kwaliteitsverbetering van onze zorg en tijdbesparing voor zorgprofessionals. Voor ziekenhuizen is dit een manier om meer uit hun eigen personeel te halen en het werk ook nog eens leuker en uitdagender voor ze te maken. Een win-winsituatie. Desondanks blijft het een grote uitdaging om voor deze herindelingen tijd te vinden, want de dagelijkse gang van zaken heeft toch altijd voorrang. Maar we blijven stappen in de goede richting zetten.’

Conclusie

Marktpartijen trekken vaak met elkaar op om oplossingen te vinden voor de krapte in de zorg. Of het nu zorginstellingen zijn die bij elkaar komen om ervaringen uit te wisselen en samen oplossingen te bedenken, zoals Volante, of in samenwerkingsverbanden waarbij verschillende disciplines elkaar versterken. Dat kan met een externe partij, zoals Vebego Zorgservice. Zoals Maasstad ziekenhuis deed onder de noemer ‘Ontzorg de zorg’. Maar het kan ook intern. Zoals Envida, als systeemorganisatie een ‘supermarkt van de zorg’ ontwikkelde.

Het is overduidelijk dat samenwerken het toverwoord gaat zijn de komende jaren. Er zijn nog meer dan genoeg hobbels te overwinnen. Maar als we samen het maatschappelijk belang in lijn kunnen brengen met de financiële kosten en baten, en nieuwe oplossingen blijven bedenken en aangrijpen om samen slimmer te zorgen, is er veel mogelijk.