9 slimme tips om energie te besparen op kantoor

Energie besparen op kantoor betekent niet altijd een ingrijpende verbouwing of torenhoge investeringen. Vaak liggen de besparingen letterlijk voor het oprapen. Met een slimme aanpak en betrokken medewerkers kun je flink besparen op kosten en CO₂-uitstoot zonder dat het ten koste gaat van comfort of werkplezier.

In dit artikel vind je 9 praktische tips, elk met concrete vervolgstappen om vandaag nog impact te maken.

Dit artikel is een hoofdstuk uit onze whitepaper. Benieuwd naar meer inzichten? Download hier de volledige whitepaper over een duurzaam en toekomstgericht gebouw voor iedereen.

Samenvatting: Wat zijn slimme energiebespaartips op een kantoor?

Energie besparen op kantoor begint bij bewustwording en slimme keuzes. Een paar effectieve tips zijn: gebruik ledverlichting en bewegingssensoren, optimaliseer de klimaatinstallatie, stel een energiemanager aan, monitor verbruik via slimme meters, verbeter isolatie, stem ruimtegebruik af op bezetting, betrek medewerkers actief, onderhoud apparatuur goed en werk vanuit een integraal gebouwbeheerplan. Zo verlaag je kosten én CO₂-uitstoot zonder in te leveren op comfort.

Tip 1: Zet in op slimme verlichting

In veel kantoren brandt onnodig lang licht. Bewegingssensoren in vergaderruimtes, toiletten en gangen zorgen ervoor dat het licht alleen aangaat als het nodig is. Combineer dat met ledverlichting, tot 90% zuiniger dan traditionele lampen, en je zet al een grote stap.

Next steps:

Breng in kaart waar verlichting onnodig blijft branden.
Vervang TL- en halogeenlampen door ledverlichting.
Installeer bewegings- of daglichtsensoren in weinig gebruikte ruimtes.
Stel tijdschema’s in voor verlichting buiten werktijd.

Tip 2: Optimaliseer de klimaatinstallatie

Een slecht ingeregelde klimaatinstallatie is een stille energievreter. Laat de installatie regelmatig controleren en zorg dat verwarming, ventilatie en koeling goed op elkaar zijn afgestemd. Zo werken verwarming en koeling efficiënt samen in plaats van elkaar tegen te werken.

Next steps:

Plan een inspectie of laat de installatie opnieuw afstellen.
Controleer of ventilatie, verwarming en koeling goed samenwerken.
Pas instellingen aan op basis van seizoenen en bezetting.
Schakel systemen automatisch uit buiten werktijden.

Tip 3: Stel een energiemanager aan

Iemand die het overzicht houdt, bewustwording stimuleert en concrete acties uitzet: een energiemanager maakt het verschil. Die rol hoeft niet fulltime te zijn, maar wel zichtbaar én met mandaat om dingen in gang te zetten.

Next steps:

Benoem een collega als energiemanager of stel een werkgroep op.
Geef toegang tot relevante data en systemen.
Plan maandelijkse voortgangs- en ideeënsessies.
Koppel energiebesparing aan bredere duurzaamheidsdoelen.

Tip 4: Maak energieprestaties inzichtelijk

Meten is weten. Door data te verzamelen via slimme meters of gebouwbeheersystemen, krijg je inzicht in waar het beter kan. Kleine afwijkingen in verbruik kunnen grote gevolgen hebben op de lange termijn en zijn vaak eenvoudig te corrigeren.

Next steps:

Installeer (slimme) tussenmeters per verdieping of installatie.
Analyseer data op piekverbruik en afwijkingen.
Gebruik dashboards om trends te visualiseren.
Stel meldingen in bij ongewoon hoog verbruik.

Tip 5: Zorg voor goede isolatie

Slechte isolatie betekent warmteverlies in de winter en hitteproblemen in de zomer. Denk aan tochtstrips, dubbel glas en het isoleren van leidingen. Zeker in oudere kantoorpanden zijn hier vaak flinke slagen te maken zonder dat er meteen groot onderhoud nodig is.

Next steps:

Laat een warmtescan uitvoeren om zwakke plekken te vinden.
Plaats tochtstrips of deurdrangers op toegangsdeuren.
Controleer of ramen en kozijnen lekvrij zijn.
Isoleer verwarmingsleidingen in onverwarmde ruimtes.

Tip 6: Kijk kritisch naar bezetting en ruimtegebruik

Veel vergaderruimtes of werkplekken staan (deels) leeg, maar worden wél verwarmd, verlicht en geventileerd. Door slimmer gebruik van ruimtes, bijvoorbeeld via flexplekken of roostering, voorkom je onnodig energieverbruik.

Next steps:

Monitor het gebruik van ruimtes via een bezettingsgraadmeter.
Sluit onderbenutte ruimtes tijdelijk af.
Pas klimaatinstellingen aan per ruimte.
Stimuleer het boeken van vergaderruimtes op basis van aantal personen.

Tip 7: Maak medewerkers mede-eigenaar van verduurzaming

Energie besparen is geen eenmansactie. Door medewerkers actief te betrekken, via challenges, tips of simpele gedragsregels, creëer je een collectief bewustzijn. Denk aan het uitzetten van apparaten, sluiten van deuren of het vaker nemen van de trap. Lees hier ons artikel over het stimuleren van vitaliteit bij medewerkers.

Next steps:

Start een interne campagne met energiebesparingstips.
Hang reminders op bij printers, lichten en thermostaten.
Beloon teams of afdelingen die het meeste besparen.
Vraag actief om ideeën van medewerkers.

Tip 8: Onderhoud apparatuur goed en vervang tijdig

Verouderde printers, koffiemachines of airco’s verbruiken vaak veel meer energie dan nieuwe varianten. Regelmatig onderhoud én tijdige vervanging zorgt niet alleen voor minder verbruik, maar ook voor minder storingen.

Next steps:

Maak een overzicht van alle grote verbruikers.
Check het energieverbruik per apparaat.
Plan jaarlijks onderhoud van installaties en apparatuur.
Vervang verouderde apparatuur gefaseerd voor energiezuinige alternatieven.

Tip 9: Werk met een integraal gebouwbeheerplan

Duurzaam gebouwbeheer is meer dan losse acties. Door onderhoud, energie, comfort en veiligheid in één plan te plotten, ontstaat er samenhang. Zo kun je strategischer investeren, kosten voorkomen en écht stappen zetten in verduurzaming. Een DMJOP (Duurzaam meerjarenonderhoudsplan) kan je hierbij helpen.

Next steps: