
Voedselverspilling op de werkvloer: hoe jij als facility manager het verschil maakt
In Nederland verspillen we jaarlijks nog altijd miljoenen kilo’s voedsel. Volgens het Voedingscentrum gooide iedere Nederlander in 2022 gemiddeld 33,4 kilo vast voedsel weg. Dat is al minder dan in 2015, maar we zijn er nog lang niet. Als we de wereldwijde doelstelling willen halen om voedselverspilling te halveren in 2030, moeten we versnellen. En dat begint niet alleen thuis, maar juist óók op de werkvloer.
Als facility manager speel jij daarin een cruciale rol. Want elke boterham die niet in de prullenbak verdwijnt, is winst voor mens, milieu én budget. In dit artikel lees je hoe je met slimme keuzes voedselverspilling op kantoor tegengaat — zonder in te leveren op gemak of smaak.
Direct naar: Tip 1: Minder vlees in de kantine - Tip 2: Op maat inkopen - Tip 3: Maak van FiFo je grootste vriend - Tip 4: Werk met standaardmenu's en kleinere porties - Conclusie
Samenvatting: Waarom speelt een facility manager een cruciale rol in voedselverspilling?
Een facility manager speelt een cruciale rol in het terugdringen van voedselverspilling op de werkvloer door keuzes te maken in inkoop, kantinebeleid, porties, opslag en bewustwording.
Waarom voedselverspilling op kantoor zo’n groot probleem is
Elke werkdag worden in kantines broodjes, salades en snacks geserveerd. Vaak blijft er eten over, wordt er te veel bereid of zijn porties simpelweg te groot. Tel daar de vergaderlunches, overgebleven borrelhapjes en ongebruikte producten in de voorraadkast bij op, en je begrijpt waarom de werkvloer een belangrijke plek is om verspilling aan te pakken.
Bovendien: voedselproductie vergt veel water, energie en grondstoffen. Voor 1 kilo rundvlees is bijvoorbeeld 15.000 liter water nodig. Minder verspillen betekent dus ook: een kleinere ecologische voetafdruk.
1. Verminder vlees in de bedrijfskantine

2. Koop op maat in en stem inkoop af op gedrag
Veel bedrijven kopen standaard in, zonder goed te analyseren wat er écht nodig is. Daardoor worden populaire producten te snel op, terwijl minder gewilde items blijven liggen en uiteindelijk worden weggegooid.
Zo pak je dat aan: Analyseer het eetgedrag van je collega’s. Wat wordt vaak gegeten? Wat blijft liggen? Start klein met nieuwe producten. Test eerst met kleinere hoeveelheden om onnodige verspilling te voorkomen. Pas het bestelproces aan op vraag en seizoen. Minder voorraad = minder kans op verspilling. Introduceer ‘op = op’ bij verse producten. Dat is niet klantonvriendelijk, maar juist bewust en duurzaam.
Tip: Overweeg samenwerking met een lokale cateraar of leverancier die flexibel kan inspelen op veranderende behoeften. Denk aan platforms als Too Good To Go die voedselverspilling tegengaan door overtollig eten aan te bieden voor een gereduceerde prijs.
3. Maak van FiFo je grootste vriend

4. Werk met standaardmenu’s en kleinere porties
Hoe meer keus, hoe groter de kans op verspilling. Mensen scheppen vaak meer op dan ze op kunnen, en een overvloed aan opties leidt tot halflege borden en weggegooid eten.
Zo pak je dat aan: Beperk het aantal keuzes per lunchdag. Drie goede opties zijn vaak meer dan genoeg. Introduceer standaard portiegroottes. Liever een tweede keer opscheppen dan eten weggooien. Gebruik restjes creatief. Maak bijvoorbeeld soep van overgebleven groenten of een salade van oud brood en tomaten.
Tip: Een bedrijf als Instock werkt exclusief met gered voedsel en kan inspiratie bieden voor restverwerking. Een samenwerking met een partij als Instock of een circulaire cateraar versterkt ook je duurzaamheidsprofiel.
5. Zet bewustwording centraal: betrek medewerkers
Zonder draagvlak op de werkvloer blijven je inspanningen beperkt. Zorg dus dat medewerkers begrijpen waarom minder voedselverspilling belangrijk is — én hoe zij zelf kunnen bijdragen.
Zo pak je dat aan: Hang infographics op bij de koffiecorner of kantine over de impact van voedselverspilling. Organiseer een workshop over duurzaam eten of nodig een spreker uit van het Voedingscentrum. Introduceer een 'Zero Waste Week' op kantoor met challenges en beloningen. Een kleine gedragsverandering bij veel mensen leidt al snel tot grote impact.
6. Monitor, evalueer en verbeter
Duurzaam werken is nooit ‘klaar’. Door regelmatig te meten wat werkt (en wat niet), kun je gericht bijsturen.
Zo pak je dat aan: Werk met KPI’s zoals hoeveelheid weggegooid voedsel of daling in inkoopvolume. Vraag feedback aan medewerkers over de lunchopties. Vergelijk data met vorige maanden of jaren.
Tip: Maak gebruik van dashboards of tools zoals Food Waste Monitor om inzichten visueel te maken.